Detailpagina voor onderwerp
Deze pagina geeft informatie over het onderwerp http://data.lblod.info/artikels/527e78d7-63c6-4b8d-be4e-c1845ca3103f weer, door relaties en details te tonen.
Eigenschappen en relaties
Directe links van het onderwerp.
Eigenschap | Waarde |
---|---|
Besloten wordt de functiebeschrijving voor het ambt van onderwijzer vast te leggen als volgt: A. Taken eigen aan de functie A.1 De planning en de voorbereiding van lessen De leerkracht houdt rekening met de beginsituatie van de leerlingen bij de planning. De leerkracht selecteert en formuleert leerdoelen uit het gevalideerd doelenkader. De leerkracht structureert gekozen leerinhouden in een samenhangend geheel. De leerkracht bepaalt een methodische aanpak en groeperingsvorm in relatie tot de beginsituatie en de geselecteerde doelen en inhouden. De leerkracht houdt rekening met de schoolinterne afspraken rond administratieve taken. A.2 Het lesgeven zelf - De leerkracht creëert een stimulerende leeromgeving. - De leerkracht expliciteert de leerdoelen en de criteria bij de leerlingen - De leerkracht hanteert onderbouwde didactiek. - De leerkracht biedt een passend, actief en samenhangend onderwijsaanbod aan. A.3 De klaseigen leerlingenbegeleiding - De leerkracht biedt begeleiding aan op het vlak van leren en studeren, psychisch en sociaal functioneren, onderwijsloopbaan en gezondheidszorg. De leerkracht heeft een signaalfunctie en wijst door, indien nodig. - De leerkracht biedt een passende begeleiding aan met het oog op optimale ontwikkelkansen voor elke leerling. - De leerkracht heeft kennis van en houdt rekening met de aanwezige diversiteit bij de leerlingen in functie van effectieve leerlingenbegeleiding. - De leerkracht streeft bij elke leerling naar zoveel mogelijk leerwinst en socio-emotioneel welbevinden. A.4 De evaluatie van de leerlingen - De leerkracht observeert en evalueert breed met oog voor proces en product. - De leerkracht reflecteert en past het didactisch-pedagogisch handelen aan in functie van de evaluatiegegevens en onderwijsbehoeften van de leerlingen. - De leerkracht geeft doelgerichte en effectieve feedback aan de leerlingen. - De leerkracht rapporteert over het behalen van de doelen bij de leerlingen en socio-emotioneel welbevinden. B. De professionalisering De leerkracht neemt kennis van resultaten van onderwijsonderzoek. De leerkracht brengt vernieuwende elementen aan in de eigen klaspraktijk op basis van gevolgde professionalisering, indien dit wenselijk is, in relatie tot onderwijsbehoeften van de leerlingen en de gemaakte afspraken in de school. De leerkracht reflecteert over eigen denken en handelen en stuurt bij waar nodig. C. Het overleg en de samenwerking met directie, collega’s, CLB, ouders en eventuele externe actoren De leerkracht werkt samen en overlegt op constructieve wijze met de directeur, het zorgteam, collega’s, de CLB-medewerker, de ondersteuner, de ouder(s) en andere externe partners. De leerkracht communiceert en gaat in dialoog over het leren en de leerwinst van de leerling met de ouders of andere verantwoordelijke. De leerkracht participeert aan de ruimere beleidsontwikkelingen in de school. De leerkracht draagt de overtuiging om positieve resultaten te behalen met de leerlingen uit. | |
ff0b3e20-cbda-11ee-a56a-97bc9fd411a0 | |
8 | |
http://data.lblod.info/id/files/74104561-f63f-11ee-acf9-7f073e4f8105 | |
http://data.lblod.info/id/files/716808c1-f63f-11ee-acf9-7f073e4f8105 | |
http://data.lblod.info/id/files/af0714d1-cbda-11ee-b7b4-e11139c91731 | |
http://data.lblod.info/id/files/b2655b01-cbda-11ee-b7b4-e11139c91731 | |
A. Taken eigen aan de functie A.1 De planning en de voorbereiding van lessen De leerkracht houdt rekening met de beginsituatie van de leerlingen bij de planning. De leerkracht selecteert en formuleert leerdoelen uit het gevalideerd doelenkader. De leerkracht structureert gekozen leerinhouden in een samenhangend geheel. De leerkracht bepaalt een methodische aanpak en groeperingsvorm in relatie tot de beginsituatie en de geselecteerde doelen en inhouden. De leerkracht houdt rekening met de schoolinterne afspraken rond administratieve taken. A.2 Het lesgeven zelf - De leerkracht creëert een stimulerende leeromgeving. - De leerkracht expliciteert de leerdoelen en de criteria bij de leerlingen - De leerkracht hanteert onderbouwde didactiek. - De leerkracht biedt een passend, actief en samenhangend onderwijsaanbod aan. A.3 De klaseigen leerlingenbegeleiding - De leerkracht biedt begeleiding aan op het vlak van leren en studeren, psychisch en sociaal functioneren, onderwijsloopbaan en gezondheidszorg. De leerkracht heeft een signaalfunctie en wijst door, indien nodig. - De leerkracht biedt een passende begeleiding aan met het oog op optimale ontwikkelkansen voor elke leerling. - De leerkracht heeft kennis van en houdt rekening met de aanwezige diversiteit bij de leerlingen in functie van effectieve leerlingenbegeleiding. - De leerkracht streeft bij elke leerling naar zoveel mogelijk leerwinst en socio-emotioneel welbevinden. A.4 De evaluatie van de leerlingen - De leerkracht observeert en evalueert breed met oog voor proces en product. - De leerkracht reflecteert en past het didactisch-pedagogisch handelen aan in functie van de evaluatiegegevens en onderwijsbehoeften van de leerlingen. - De leerkracht geeft doelgerichte en effectieve feedback aan de leerlingen. - De leerkracht rapporteert over het behalen van de doelen bij de leerlingen en socio-emotioneel welbevinden. B. De professionalisering De leerkracht neemt kennis van resultaten van onderwijsonderzoek. De leerkracht brengt vernieuwende elementen aan in de eigen klaspraktijk op basis van gevolgde professionalisering, indien dit wenselijk is, in relatie tot onderwijsbehoeften van de leerlingen en de gemaakte afspraken in de school. De leerkracht reflecteert over eigen denken en handelen en stuurt bij waar nodig. C. Het overleg en de samenwerking met directie, collega’s, CLB, ouders en eventuele externe actoren De leerkracht werkt samen en overlegt op constructieve wijze met de directeur, het zorgteam, collega’s, de CLB-medewerker, de ondersteuner, de ouder(s) en andere externe partners. De leerkracht communiceert en gaat in dialoog over het leren en de leerwinst van de leerling met de ouders of andere verantwoordelijke. De leerkracht participeert aan de ruimere beleidsontwikkelingen in de school. De leerkracht draagt de overtuiging om positieve resultaten te behalen met de leerlingen uit. | |
A. Taken eigen aan de functie A.1 De planning en de voorbereiding van lessen De leerkracht houdt rekening met de beginsituatie van de leerlingen bij de planning. De leerkracht selecteert en formuleert leerdoelen uit het gevalideerd doelenkader. De leerkracht structureert gekozen leerinhouden in een samenhangend geheel. De leerkracht bepaalt een methodische aanpak en groeperingsvorm in relatie tot de beginsituatie en de geselecteerde doelen en inhouden. De leerkracht houdt rekening met de schoolinterne afspraken rond administratieve taken. A.2 Het lesgeven zelf - De leerkracht creëert een stimulerende leeromgeving. - De leerkracht expliciteert de leerdoelen en de criteria bij de leerlingen - De leerkracht hanteert onderbouwde didactiek. - De leerkracht biedt een passend, actief en samenhangend onderwijsaanbod aan. A.3 De klaseigen leerlingenbegeleiding - De leerkracht biedt begeleiding aan op het vlak van leren en studeren, psychisch en sociaal functioneren, onderwijsloopbaan en gezondheidszorg. De leerkracht heeft een signaalfunctie en wijst door, indien nodig. - De leerkracht biedt een passende begeleiding aan met het oog op optimale ontwikkelkansen voor elke leerling. - De leerkracht heeft kennis van en houdt rekening met de aanwezige diversiteit bij de leerlingen in functie van effectieve leerlingenbegeleiding. - De leerkracht streeft bij elke leerling naar zoveel mogelijk leerwinst en socio-emotioneel welbevinden. A.4 De evaluatie van de leerlingen - De leerkracht observeert en evalueert breed met oog voor proces en product. - De leerkracht reflecteert en past het didactisch-pedagogisch handelen aan in functie van de evaluatiegegevens en onderwijsbehoeften van de leerlingen. - De leerkracht geeft doelgerichte en effectieve feedback aan de leerlingen. - De leerkracht rapporteert over het behalen van de doelen bij de leerlingen en socio-emotioneel welbevinden. B. De professionalisering De leerkracht neemt kennis van resultaten van onderwijsonderzoek. De leerkracht brengt vernieuwende elementen aan in de eigen klaspraktijk op basis van gevolgde professionalisering, indien dit wenselijk is, in relatie tot onderwijsbehoeften van de leerlingen en de gemaakte afspraken in de school. De leerkracht reflecteert over eigen denken en handelen en stuurt bij waar nodig. C. Het overleg en de samenwerking met directie, collega’s, CLB, ouders en eventuele externe actoren De leerkracht werkt samen en overlegt op constructieve wijze met de directeur, het zorgteam, collega’s, de CLB-medewerker, de ondersteuner, de ouder(s) en andere externe partners. De leerkracht communiceert en gaat in dialoog over het leren en de leerwinst van de leerling met de ouders of andere verantwoordelijke. De leerkracht participeert aan de ruimere beleidsontwikkelingen in de school. De leerkracht draagt de overtuiging om positieve resultaten te behalen met de leerlingen uit. | |
Verwijzingen
Inverse links naar het onderwerp.