Nieuwe pagina: fallback

Vlaanderen

De Centrale Vindplaats — Ontdek gestructureerde informatie in notulen, besluiten, codelijsten en meer. Naar de hoofdinhoud

Detailpagina voor onderwerp

Deze pagina geeft informatie over het onderwerp http://data.lblod.info/artikels/b7307d61-97d6-49c6-a977-c26efb748b6f weer, door relaties en details te tonen.


Eigenschappen en relaties

Directe links van het onderwerp.

Eigenschap Waarde
Besloten wordt de functiebeschrijving voor het ambt van kleuteronderwijzer vast te leggen als volgt: A. Taken eigen aan de functie A.1 De planning en de voorbereiding van lessen ­  De leerkracht houdt rekening met de beginsituatie van de kleuters bij de planning. ­  De leerkracht selecteert en formuleert leerdoelen uit het gevalideerd doelenkader. ­  De leerkracht structureert gekozen leerinhouden in een samenhangend geheel. ­  De leerkracht bepaalt een methodische aanpak en groeperingsvorm in relatie tot de beginsituatie en de geselecteerde doelen en inhouden. ­  De leerkracht houdt rekening met de schoolinterne afspraken rond administratieve taken. A.2 Het lesgeven zelf ­  De leerkracht creëert een stimulerende leeromgeving. ­  De leerkracht faciliteert kwaliteitsvolle interactie tussen leerkracht en kleuter en kleuters onderling. ­  De leerkracht hanteert onderbouwde didactiek. ­  De leerkracht biedt een passend, actief en samenhangend onderwijsaanbod aan. A.3 De klaseigen leerlingenbegeleiding ­  De leerkracht biedt begeleiding aan op het vlak van leren en ontwikkelen, psychisch en sociaal functioneren, onderwijsloopbaan en gezondheidszorg. De leerkracht heeft een signaalfunctie en verwijst door, indien nodig. ­  De leerkracht biedt een passende begeleiding aan met het oog op optimale ontwikkelkansen voor elke kleuter. ­  De leerkracht heeft kennis van en houdt rekening met de aanwezige diversiteit bij de kleuters. ­  De leerkracht streeft bij elke kleuter naar zoveel mogelijk leerwinst en socio-emotioneel welbevinden. A.4 De evaluatie van de kleuters ­  De leerkracht observeert doelgericht de kleuters. ­  De leerkracht reflecteert en past het didactisch-pedagogisch handelen aan in functie van de evaluatiegegevens en onderwijsbehoeften van de kleuters. ­  De leerkracht geeft doelgerichte en effectieve feedback aan de kleuters. B. De professionalisering ­  De leerkracht neemt kennis van resultaten van onderwijsonderzoek. ­  De leerkracht brengt vernieuwende elementen aan in de eigen klaspraktijk op basis van gevolgde professionalisering, indien dit wenselijk is, in relatie tot onderwijsbehoeften van de kleuters en de gemaakte afspraken in de school. ­  De leerkracht reflecteert over eigen denken en handelen en stuurt bij waar nodig. C. Het overleg en de samenwerking met directie, collega’s, CLB, ouders en eventuele externe actoren -        De leerkracht werkt samen en overlegt op constructieve wijze met de directeur, het zorgteam, de collega’s, de CLB-medewerker, de ondersteuner, de ouder(s) en andere externe partners. -        De leerkracht communiceert en gaat in dialoog over het leren en de leerwinst en het welbevinden van de kleuter met de ouder(s) of andere verantwoordelijke. -        De leerkracht participeert aan de ruimere beleidsontwikkelingen in de school. -        De leerkracht draagt de overtuiging om positieve resultaten te behalen met de kleuters uit.  
ff0794a0-cbda-11ee-a56a-97bc9fd411a0
5
http://data.lblod.info/id/files/af03e081-cbda-11ee-b7b4-e11139c91731
http://data.lblod.info/id/files/b262c2f1-cbda-11ee-b7b4-e11139c91731
http://data.lblod.info/id/files/71634dd1-f63f-11ee-acf9-7f073e4f8105
http://data.lblod.info/id/files/740aee31-f63f-11ee-acf9-7f073e4f8105
A. Taken eigen aan de functie A.1 De planning en de voorbereiding van lessen ­  De leerkracht houdt rekening met de beginsituatie van de kleuters bij de planning. ­  De leerkracht selecteert en formuleert leerdoelen uit het gevalideerd doelenkader. ­  De leerkracht structureert gekozen leerinhouden in een samenhangend geheel. ­  De leerkracht bepaalt een methodische aanpak en groeperingsvorm in relatie tot de beginsituatie en de geselecteerde doelen en inhouden. ­  De leerkracht houdt rekening met de schoolinterne afspraken rond administratieve taken. A.2 Het lesgeven zelf ­  De leerkracht creëert een stimulerende leeromgeving. ­  De leerkracht faciliteert kwaliteitsvolle interactie tussen leerkracht en kleuter en kleuters onderling. ­  De leerkracht hanteert onderbouwde didactiek. ­  De leerkracht biedt een passend, actief en samenhangend onderwijsaanbod aan. A.3 De klaseigen leerlingenbegeleiding ­  De leerkracht biedt begeleiding aan op het vlak van leren en ontwikkelen, psychisch en sociaal functioneren, onderwijsloopbaan en gezondheidszorg. De leerkracht heeft een signaalfunctie en verwijst door, indien nodig. ­  De leerkracht biedt een passende begeleiding aan met het oog op optimale ontwikkelkansen voor elke kleuter. ­  De leerkracht heeft kennis van en houdt rekening met de aanwezige diversiteit bij de kleuters. ­  De leerkracht streeft bij elke kleuter naar zoveel mogelijk leerwinst en socio-emotioneel welbevinden. A.4 De evaluatie van de kleuters ­  De leerkracht observeert doelgericht de kleuters. ­  De leerkracht reflecteert en past het didactisch-pedagogisch handelen aan in functie van de evaluatiegegevens en onderwijsbehoeften van de kleuters. ­  De leerkracht geeft doelgerichte en effectieve feedback aan de kleuters. B. De professionalisering ­  De leerkracht neemt kennis van resultaten van onderwijsonderzoek. ­  De leerkracht brengt vernieuwende elementen aan in de eigen klaspraktijk op basis van gevolgde professionalisering, indien dit wenselijk is, in relatie tot onderwijsbehoeften van de kleuters en de gemaakte afspraken in de school. ­  De leerkracht reflecteert over eigen denken en handelen en stuurt bij waar nodig. C. Het overleg en de samenwerking met directie, collega’s, CLB, ouders en eventuele externe actoren -        De leerkracht werkt samen en overlegt op constructieve wijze met de directeur, het zorgteam, de collega’s, de CLB-medewerker, de ondersteuner, de ouder(s) en andere externe partners. -        De leerkracht communiceert en gaat in dialoog over het leren en de leerwinst en het welbevinden van de kleuter met de ouder(s) of andere verantwoordelijke. -        De leerkracht participeert aan de ruimere beleidsontwikkelingen in de school. -        De leerkracht draagt de overtuiging om positieve resultaten te behalen met de kleuters uit.  
A. Taken eigen aan de functie A.1 De planning en de voorbereiding van lessen ­  De leerkracht houdt rekening met de beginsituatie van de kleuters bij de planning. ­  De leerkracht selecteert en formuleert leerdoelen uit het gevalideerd doelenkader. ­  De leerkracht structureert gekozen leerinhouden in een samenhangend geheel. ­  De leerkracht bepaalt een methodische aanpak en groeperingsvorm in relatie tot de beginsituatie en de geselecteerde doelen en inhouden. ­  De leerkracht houdt rekening met de schoolinterne afspraken rond administratieve taken. A.2 Het lesgeven zelf ­  De leerkracht creëert een stimulerende leeromgeving. ­  De leerkracht faciliteert kwaliteitsvolle interactie tussen leerkracht en kleuter en kleuters onderling. ­  De leerkracht hanteert onderbouwde didactiek. ­  De leerkracht biedt een passend, actief en samenhangend onderwijsaanbod aan. A.3 De klaseigen leerlingenbegeleiding ­  De leerkracht biedt begeleiding aan op het vlak van leren en ontwikkelen, psychisch en sociaal functioneren, onderwijsloopbaan en gezondheidszorg. De leerkracht heeft een signaalfunctie en verwijst door, indien nodig. ­  De leerkracht biedt een passende begeleiding aan met het oog op optimale ontwikkelkansen voor elke kleuter. ­  De leerkracht heeft kennis van en houdt rekening met de aanwezige diversiteit bij de kleuters. ­  De leerkracht streeft bij elke kleuter naar zoveel mogelijk leerwinst en socio-emotioneel welbevinden. A.4 De evaluatie van de kleuters ­  De leerkracht observeert doelgericht de kleuters. ­  De leerkracht reflecteert en past het didactisch-pedagogisch handelen aan in functie van de evaluatiegegevens en onderwijsbehoeften van de kleuters. ­  De leerkracht geeft doelgerichte en effectieve feedback aan de kleuters. B. De professionalisering ­  De leerkracht neemt kennis van resultaten van onderwijsonderzoek. ­  De leerkracht brengt vernieuwende elementen aan in de eigen klaspraktijk op basis van gevolgde professionalisering, indien dit wenselijk is, in relatie tot onderwijsbehoeften van de kleuters en de gemaakte afspraken in de school. ­  De leerkracht reflecteert over eigen denken en handelen en stuurt bij waar nodig. C. Het overleg en de samenwerking met directie, collega’s, CLB, ouders en eventuele externe actoren -        De leerkracht werkt samen en overlegt op constructieve wijze met de directeur, het zorgteam, de collega’s, de CLB-medewerker, de ondersteuner, de ouder(s) en andere externe partners. -        De leerkracht communiceert en gaat in dialoog over het leren en de leerwinst en het welbevinden van de kleuter met de ouder(s) of andere verantwoordelijke. -        De leerkracht participeert aan de ruimere beleidsontwikkelingen in de school. -        De leerkracht draagt de overtuiging om positieve resultaten te behalen met de kleuters uit.  

Resultaten 1 - 13 van 13

Verwijzingen

Inverse links naar het onderwerp.