Detailpagina voor onderwerp
Deze pagina geeft informatie over het onderwerp http://data.lblod.info/artikels/e3050e01-a99b-4098-b9d2-6bedef65e8c8 weer, door relaties en details te tonen.
Eigenschappen en relaties
Directe links van het onderwerp.
Eigenschap | Waarde |
---|---|
Het subsidiebedrag is afhankelijk van de fase van het project. Fase 1 – kandidaatstelling De subsidie bedraagt de volledige kost voor de opmaak van een businessplan, met een maximum van 15 000,00 euro. Het toe te kennen subsidiebedrag wordt toegekend aan de hand van de in het aanvraagdossier opgenomen offerte over de opmaak van een businessplan. Enkel kosten die betrekking hebben op de begeleiding bij de opmaak van een businessplan komen in aanmerking. Kosten met betrekking tot andere uitgavenposten zoals catering, kosten gerelateerd aan de inzet van eigen personeel,…. (niet-limitatieve opsomming) komen niet in aanmerking. Het definitieve en uiteindelijke subsidiebedrag wordt bepaald op basis van de werkelijke uitgaven, na de indiening van de nodige documenten ter verantwoording van de toegekende subsidie. Enkel uitgaven die betrekking hebben op de inzet van één of meerdere externe begeleiders ná de indiening van de kandidaatstelling en die bewezen en officieel boekhoudkundig ingeschreven zijn, worden aanvaard voor de bepaling van het definitieve subsidiebedrag. De aanvrager kan deze subsidie niet cumuleren met een andere provinciale subsidie, wel met iedere andere financiële inbreng. Deze financiële inbreng moet vermeld worden in het financiële verslag. Het totaal van alle ontvangsten mag de totale kost van de opmaak van het businessplan niet overschrijden. Fase 2 – projectaanvraag De subsidie bedraagt maximaal 70 % van de door de deputatie aanvaarde subsidiabele kosten, met een maximum van 110 000,00 euro.De aanvrager kan deze subsidie niet cumuleren met een andere provinciale subsidie, wel met iedere andere financiële inbreng. Deze financiële inbreng moet vermeld worden in het financiële verslag. Het totaal van alle ontvangsten mag de totale projectkost niet overschrijden.Het subsidiebedrag wordt toegekend op basis van de door de aanvrager ingediende raming van de uitgaven zoals opgenomen in de projectaanvraag voor de investeringssubsidie.Het definitieve subsidiebedrag wordt na de projectuitvoering berekend op basis van de werkelijke uitgaven en nadat aan de voorwaarden zoals beschreven in artikels 17 en 18 is voldaan. Enkel uitgaven die direct toewijsbaar zijn aan de uitvoering van het project, gebonden aan prestaties die gedaan zijn ná de indiening van de subsidieaanvraag, gedetailleerd bewijsbaar zijn en die officieel boekhoudkundig ingeschreven zijn, worden aanvaard voor de bepaling van het definitieve subsidiebedrag.De bepaling van de provinciale investeringssubsidie kan beperkt worden tot bepaalde uitgavenelementen.Volgende kosten komen in aanmerking voor een investeringssubsidie:1. Investeringskosten (minimaal 60 % van de totale kosten) Alleen investeringsuitgaven die na de indiening van de subsidieaanvraag worden gemaakt, worden voor de subsidieberekening aanvaard op voorwaarde dat de investeringen duidelijk omschreven worden en dat zonder deze investeringen de projectuitvoering niet kan worden gerealiseerd. Investeringskosten komen enkel in aanmerking voor de afschrijvingsperiode die overeenkomt met de projectduur en evenredig met de inzet ervan voor het project. Deze afschrijvingstermijnen moeten kunnen aangetoond worden in de boekhouding van de organisatie. 2. Exploitatiekosten (maximaal 40 % van de totale kosten) Onder exploitatiekosten vallen volgende kostenposten: · Werkingskosten De werkingskosten zijn kosten en uitgaven die zich zonder het project niet zouden hebben voorgedaan en betreffen o.m. de rechtstreeks aan het project verbonden uitgaven voor verbruiksmaterialen, hulpgoederen, grondstoffen en gereedschappen waarvan de verwachte levensduur de duur van de looptijd van het project niet overschrijdt, de huur die aan derden moet worden betaald voor het gebruik van gebouwen, lokalen, apparatuur en infrastructuur voor het uitvoeren van een actie binnen het project,…Volgende werkingskosten zijn uitgesloten voor de subsidieberekening: afschrijvingskosten voor het gebruik van bestaande infrastructuur (gebouwen, materieel, installaties, meubilair en rollend materieel,…), verhuur aan zichzelf of ”interne huuraanrekening” (dit is het aanrekenen van een huurprijs voor het ter beschikking stellen van een gebouw en infrastructuur), de kosten voor het huren van een gebouw of lokalen waar de projectaanvrager of de partners gevestigd zijn, computerkosten voor occasioneel gebruik,… · PersoneelskostenAls personeelskosten worden uitsluitend de loonkosten (aan standaarduurtarief) van de rechtstreeks bij het project betrokken personeelsleden in aanmerking genomen.Het moet duidelijk zijn wat de taken zijn van het personeelslid in het kader van het project. De diverse taken van het personeel moeten opgesplitst worden in een aantal mandagen. Er moet een raming gemaakt worden van het aantal uren dat ieder personeelslid aan het project zal besteden.Alle personeelskosten moeten per maand aangerekend worden in het financieel eindverslag en gestaafd worden aan de hand van de loonfiches van de personeelsleden.Het standaarduurtarief (maximum 100,00 euro/uur) wordt berekend door het voltijds basis bruto maandloon van een medewerker te vermenigvuldigen met een factor van 1,2 %. Deze factor wordt vastgesteld uit een redelijk aandeel van de loonkosten bovenop het brutoloon en eventuele loonkostreducties voor de werkgever en werknemer. Dit is een vaste factor waar niet van kan afgeweken worden.Het brutoloon dat als basis geldt, is het brutoloon van de maand januari van het jaar van indiening van de subsidieaanvraag.Volgende personeelskosten zijn uitgesloten voor de subsidieberekening: bijdragen voor extralegale voordelen zoals groepsverzekeringen, extralegaal pensioen, hospitalisatieverzekeringen,… en vergoedingen voor woon-werkverkeer, verplaatsingsonkosten en reis- en verblijfsvergoedingen, loonkosten voor ”supervisie”.· Externe expertiseKosten voor het inschakelen van externe expertise kunnen mee opgenomen worden. Externe prestaties betreffen niet de prestaties van de partners: partners hoeven niet aan elkaar door te factureren. Kosten voor extern personeel worden aanvaard aan een maximum van 125,00 euro per uur en enkel op basis van een factuur met volgende informatie: naam van de uitvoerder, omschrijving van de werkelijk geleverde prestaties, overzicht van de momenten waarop de prestaties geleverd werden en de duur van de prestaties op die momenten.Overheadkosten (vaste kosten zoals elektriciteit, water, gas, telefonie, verzekering,…) worden niet aanvaard als subsidiabele kosten.Voor aanvragen in beide fasen geldt:indien uit de de-minimisverklaring(en) blijkt dat het limietbedrag van 200 000,00 euro per 3 jaar na toekenning van het gevraagde subsidiebedrag zal worden overschreden, zal het toegekende subsidiebedrag verhoudingsgewijs aangepast worden. | |
73e9f9d0-cb2b-11ee-a56a-97bc9fd411a0 | |
Artikel 14: bepaling van het subsidiebedrag | |
http://data.lblod.info/id/files/5689fca1-cb2b-11ee-b7b4-e11139c91731 | |
http://data.lblod.info/id/files/2cabc171-cb2b-11ee-b7b4-e11139c91731 | |
http://data.lblod.info/id/files/74805c71-e450-11ee-acf9-7f073e4f8105 | |
http://data.lblod.info/id/files/72559fc1-03b6-11ef-acf9-7f073e4f8105 | |
http://data.lblod.info/id/files/77e7f171-e450-11ee-acf9-7f073e4f8105 | |
http://data.lblod.info/id/files/72fab961-03b6-11ef-acf9-7f073e4f8105 | |
Verwijzingen
Inverse links naar het onderwerp.