Detailpagina voor onderwerp
Deze pagina geeft informatie over het onderwerp http://data.lblod.info/id/besluiten/344373ec-5a7f-4f60-87dc-e3396c4b3321 weer, door relaties en details te tonen.
Eigenschappen en relaties
Directe links van het onderwerp.
Eigenschap | Waarde |
---|---|
Artikel 1Het bij onderhavigebeslissing gevoegde uniform gemeentelijke politieverordening (UGP) goed te keuren.Artikel 2Vanaf de inwerkingtreding van het UGP waarvan sprake in artikel 1 wordt de bestaande politieverordening betreffende nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 19 maart 2009, opgeheven.Artikel 3Vanaf de datum van inwerkingtreding van het UGP waarvan sprake in artikel 1 wordt het bestaande retributiereglement op het parkeren in een blauwe zone zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 16 december 2004, opgeheven.De gemeenteraad stelt de uniform gemeentelijke politieverordening (UGP) vast zoals in bijlage gevoegd bij onderhavige beslissing. | |
http://data.lblod.info/id/bestuursorganen/b227d93f07bbc391a6ad5e8fa631b69bd39985ed5010b251ef5e53e6ecbbc92b | |
251fb460-cc0d-11ee-a56a-97bc9fd411a0 | |
http://data.lblod.info/articles/1bb7fd8b-8c02-4472-9e00-ccc51ee76fa0 | |
http://data.lblod.info/articles/21fb46e4-56c8-47b1-a630-4c3b949ce5b3 | |
http://data.lblod.info/artikels/74d1fd04-6d05-40ee-bca5-1fc1a195a83a | |
4. Politieverordening – uniform gemeentelijk politiereglement (UGP) | |
4. Politieverordening – uniform gemeentelijk politiereglement (UGP) | |
http://data.lblod.info/id/behandelingen-van-agendapunten/6492EB394EA414D251AF7822 | |
Gelet op de nieuwe gemeentewet;Gelet op de bevoegdheden van de gemeenteraad, zoals bepaald in de artikelen 135 §2, 119 en 119bis van de nieuwe gemeentewet en artikel 41,2° van het decreet over het lokaal bestuur;Gelet op de wettelijke kernopdracht van de gemeenten om ten behoeve van hun inwoners te voorzien in een goede politie op hun grondgebied;Gelet op de wet van 13 mei 1999 waarbij de gemeentelijke administratieve sancties werden ingevoerd in artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet;Gelet op de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, en haar uitvoeringsbesluiten, onder andere :het koninklijk besluit van 09/03/2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F 103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, gewijzigd bij koninklijk besluit van 19/07/2018;het koninklijk besluit van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de wet betreffende de Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS);het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de nadere voorwaarden en het model van het protocolakkoord in uitvoering van artikel 23 van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie;Gelet inzonderheid op volgende artikelen van voornoemde wet van 24 juni 2013:artikel 2 §1 dat bepaalt dat de gemeenteraad straffen of administratieve sancties kan bepalen voor de inbreuken op zijn reglementen of verordeningen, tenzij voor dezelfde inbreuken door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie, straffen of administratieve sancties worden bepaald;artikel 4 §5 dat bepaalt: Indien de gemeenteraad in zijn reglementen of verordeningen de mogelijkheid voorziet om de administratieve geldboete ten aanzien van minderjarigen, wint hij vooraf het advies in betreffende dat reglement of die verordening van het orgaan of de organen die een adviesbevoegdheid hebben in jeugdzaken, voor zover het aanwezig is of zij aanwezig zijn in de gemeente;artikel 6 §1 dat bepaalt dat de administratieve geldboete wordt opgelegd door de sanctionerend ambtenaar;artikel 45 dat bepaalt dat de schorsing, de intrekking en de sluiting worden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen of het gemeentecollege;Gelet op ook op artikel 3, 3° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en artikel 1 van het koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F 103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen;Gelet op de wet van 7 februari 2003 houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid dat een paragraaf twee heeft toegevoegd aan artikel 29 Wegverkeerswet;Gelet op het decreet van 9 oktober 2020 houdende diverse bepalingen over het gemeenschappelijk vervoer, het algemeen mobiliteitsbeleid, de weginfrastructuur en het wegenbeleid, en de waterinfrastructuur en het waterbeleid, dat een nieuw artikel 29 quater heeft ingevoegd in de wegverkeerswet;Gelet op de omzendbrief OOP 30 bis aangaande de uitvoering van de wetten van 13 mei 1999 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties, van 7 mei 2004 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming en de nieuwe gemeentewet en van 17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet;Gelet op de omzendbrief OOP 30ter van 10 november 2005, waarbij uitleg verschaft wordt bij de wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet krachtens de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen;Gelet op de omzendbrief nr. COL 6/2005 van het college van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep en de Arbeidshoven betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;Overwegende dat punt 14 van de omzendbrief OOP 30 bis stelt dat: “Voor de meergemeentenpolitiezones, is het sterk aanbevolen dat elke gemeente die deel uitmaakt van dezelfde zone, dezelfde politieverordening zou aannemen. Dit zal de taak van de politieambtenaren, die bevoegd zijn voor de vaststelling van deze inbreuken, aanzienlijk vergemakkelijken. In het andere geval zouden ze immers systematisch moeten nagaan of op het grondgebied waarop ze opereren, een inbreuk wordt vervolgd en op welke wijze. Een voorafgaand overleg tussen de betrokken gemeenten is hier dan ook noodzakelijk; de politieraad van de meergemeentenpolitiezone kan hierin een essentiële rol spelen en terzake advies geven”;Overwegende dat Baarle-Hertog, samen met Beerse, Kasterlee, Lille, Oud-Turnhout, Turnhout en Vosselaar, behoort tot de politiezone Politie Regio Turnhout; Overwegende dat de politieraad reeds op 28 januari 2003 het voornemen heeft uitgedrukt om, in het belang van de rechtszekerheid en de rechtsgelijkheid voor de burgers, in de zeven gemeenten van de politiezone te evolueren naar een uniform gemeentelijk politiereglement met een vaste structuur en zoveel als mogelijk dezelfde inhoud;Overwegende dat de zes andere gemeenten van de politiezone al sinds 2006 een uniform gemeentelijke politieverordening, afgekort “UGP”, hebben aangenomen;Overwegende dat iedere gemeenteraad autonoom bevoegd is én dat het soms ook noodzakelijk is om inhoudelijk verschillende bepalingen op te nemen, waardoor uiteindelijk werd gekozen voor een uniforme structuur waarbij de inhoud zoveel als mogelijk identiek is, doch waarbij bepaalde onderdelen afwijkende bepalingen kunnen bevatten;Overwegende dat de UGP een dynamisch instrument is dat een periodieke evaluatie en -in principe jaarlijkse- aanpassing en bijwerking behoeft; zo’n jaarlijkse bijwerking van de UGP dringt zich op hetzij ingevolge gewijzigde (hogere) wetgeving, hetzij ingevolge nieuwe beleidskeuzes;Overwegende dat de UGP doorheen de jaren is uitgegroeid tot een lijvige politiecodex; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen om de omvangrijke UGP niet onmiddellijk in zijn totaliteit goed te keuren, maar stapsgewijs, te beginnen met volgende hoofdstukken:AFDELING VI OPENBARE RUST EN ORDEHoofdstuk XV Nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatieHoofdstuk XVI Vergunningsplichtige inrichtingenDeel II Clubhuizen van motorclubs Deel III Andere vergunningsplichtige inrichtingenDeel IV KansspelenHoofdstuk I Kaart- en gezelschapsspelenHoofdstuk II Wedkantoren en speelautomatenhallen Hoofdstuk XVII HorecazakenHoofdstuk XXI Niet-vergunningsplichtige inrichtingenAFDELING VII VERKEERHoofdstuk I Gemengde verkeersinbreukenHoofdstuk II Gedepenaliseerde verkeersinbreukenHoofdstuk III Parkeerplaatsen voorbehouden aan de bewoners - OpgehevenHoofdstuk IV Beperkte snelheidsovertredingenOverwegende dat hoofdstukken XV t/m XVII en XXI van afdeling VI volledig gericht zijn op bestuurlijke handhaving; Overwegende dat in hoofdstukken XV t/m XVII een exploitatievergunning wordt ingevoerd voor de uitbating van publiek toegankelijke inrichtingen die een inherent risico op overlast en op een verstoring van de openbare orde, veiligheid (o.m. brandveiligheid), rust en gezondheid vormen; dergelijke inrichtingen vormen bovendien een risico voor aantrekking van uitbaters met een strafrechtelijk verleden of vennootschappen met bestuursorganen die veelvuldig wijzigen, met misbruik van de rechtspersoonsstructuur;Overwegende dat het opvolgen van de moraliteit van exploitanten en feitelijke verantwoordelijken van dit type inrichtingen noodzakelijk is om de openbare orde te verzekeren, om te voorkomen dat de uitbating van dergelijke inrichtingen uitmondt in reële ordeverstoringen;Overwegende dat het invoeren van een exploitatievergunning de gemeente de mogelijkheid biedt het toezicht en de handhaving op dergelijke overlastgevende of ordeverstorende instellingen, toegankelijk voor het publiek, te organiseren;Overwegende dat in hoofdstuk XXI van afdeling VI bepalingen zijn opgenomen voor alle andere publiek toegankelijke inrichtingen die niet onderworpen zijn aan een exploitatievergunning; het is immers niet mogelijk, noch wenselijk om alle publiek toegankelijke inrichtingen te onderwerpen aan een exploitatievergunning; Overwegende dat ook hoofdstuk XXI kadert in de wettelijke kernopdracht van de gemeente om de openbare orde te verzekeren; Op basis van de bevoegdheden die aan de gemeente zijn toegekend door de Nieuwe Gemeentewet, kan de gemeenteraad reglementen en politieverordeningen aannemen om te voorzien in een goede politie op hun grondgebied. De burgemeester kan op zijn beurt een breed scala aan maatregelen nemen om zijn bevoegdheden van bestuurlijke politie optimaal te kunnen uitoefenen; Een aantal van die maatregelen zijn expliciet bepaald (bijv. het opleggen van een plaatsverbod of de tijdelijke sluiting van een inrichting) maar de Nieuwe Gemeentewet biedt geen exhaustieve lijst van wat mogelijk is. Het komt dus toe aan de beoordelingsbevoegdheid van de burgemeester om te bepalen wat de gepaste maatregel is, afhankelijk van de omstandigheden;Overwegende dat voormelde hoofdstukken aldus gericht zijn op het voorkomen van overlast en het verzekeren van de openbare orde, alsook op het niet faciliteren van criminele activiteiten; criminele activiteiten hebben op termijn tot gevolg dat de openbare orde rechtstreeks of onrechtstreeks (criminele activiteiten (kunnen) worden gepleegd achter de schermen van een legale activiteit) in het gedrang komt. Het is de taak van alle gemeenten om ondermijnende criminaliteit te trachten te voorkomen;Overwegende dat deze hoofdstukken in het UGP slagkracht geven aan de gemeente om indien nodig tussen te komen en te voorkomen dat dergelijke dreiging zich voordoet;Overwegende dat in afdeling VII de gemengde verkeersinbreuken worden gesanctioneerd met een gemeentelijke administratieve sanctie (GAS 4); Het gaat over verkeersinbreuken die strafbaar gesteld worden in de verkeerswetgeving, maar waarvan de wetgever het mogelijk heeft gemaakt om deze verkeersinbreuken ook strafbaar te stellen in een gemeentelijk politiereglement; het gaat hier hoofdzakelijk over inbreuken inzake stilstaan en parkeren;Overwegende dat de gemeenteraad een administratieve geldboete kan voorzien voor deze gemengde verkeersinbreuken, opgenomen in Afdeling VII, hoofdstuk I, begaan door meerderjarige natuurlijke personen of door rechtspersonen;Gelet op het Protocolakkoord betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen;Overwegende dat in dit protocol werd vastgelegd dat deze inbreuken in eerste instantie worden gesanctioneerd door de sanctionerend ambtenaar;Overwegende dat in afdeling VII ook de gedepenaliseerde parkeerinbreuken (niet meer strafbaar volgens het strafwetboek) worden strafbaar gesteld met een gemeentelijke administratieve sanctie; het gaat hier over parkeerinbreuken die niet meer strafrechtelijk kunnen worden bestraf (‘gedepenaliseerd’) maar waarvoor de gemeente wel administratieve sancties kan voorzien;Overwegende dat in afdeling VII tenslotte ook de beperkte snelheidsovertredingen worden gesanctioneerd met een GAS boete;Overwegende dat de gemeenteraad de mogelijkheid heeft om administratieve geldboetes te bepalen voor beperkte snelheidsovertredingen; In dat geval worden deze snelheidsovertredingen gedepenaliseerd en is het openbaar ministerie niet meer bevoegd om deze snelheidsovertredingen strafrechtelijk af te handelen;Overwegende dat de strafrechtelijke afhandeling van de gemengde verkeersinbreuken en de beperkte snelheidsovertredingen, wegens capaciteitsredenen, voor het parket geen prioriteit is; -dit blijkt ook uit het recente ontwerp van visienota “Handhaving snelheidsovertredingen” van de sectie verkeer van het Parket Antwerpen-, zodat het aangewezen is om deze verkeersinbreuken op te nemen in een gemeentelijk politiereglement, met sanctionering via de GAS procedure; | |
Gelet op de nieuwe gemeentewet;Gelet op de bevoegdheden van de gemeenteraad, zoals bepaald in de artikelen 135 §2, 119 en 119bis van de nieuwe gemeentewet en artikel 41,2° van het decreet over het lokaal bestuur;Gelet op de wettelijke kernopdracht van de gemeenten om ten behoeve van hun inwoners te voorzien in een goede politie op hun grondgebied;Gelet op de wet van 13 mei 1999 waarbij de gemeentelijke administratieve sancties werden ingevoerd in artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet;Gelet op de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, en haar uitvoeringsbesluiten, onder andere :het koninklijk besluit van 09/03/2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F 103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, gewijzigd bij koninklijk besluit van 19/07/2018;het koninklijk besluit van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de wet betreffende de Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS);het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de nadere voorwaarden en het model van het protocolakkoord in uitvoering van artikel 23 van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie;Gelet inzonderheid op volgende artikelen van voornoemde wet van 24 juni 2013:artikel 2 §1 dat bepaalt dat de gemeenteraad straffen of administratieve sancties kan bepalen voor de inbreuken op zijn reglementen of verordeningen, tenzij voor dezelfde inbreuken door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie, straffen of administratieve sancties worden bepaald;artikel 4 §5 dat bepaalt: Indien de gemeenteraad in zijn reglementen of verordeningen de mogelijkheid voorziet om de administratieve geldboete ten aanzien van minderjarigen, wint hij vooraf het advies in betreffende dat reglement of die verordening van het orgaan of de organen die een adviesbevoegdheid hebben in jeugdzaken, voor zover het aanwezig is of zij aanwezig zijn in de gemeente;artikel 6 §1 dat bepaalt dat de administratieve geldboete wordt opgelegd door de sanctionerend ambtenaar;artikel 45 dat bepaalt dat de schorsing, de intrekking en de sluiting worden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen of het gemeentecollege;Gelet op ook op artikel 3, 3° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en artikel 1 van het koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F 103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen;Gelet op de wet van 7 februari 2003 houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid dat een paragraaf twee heeft toegevoegd aan artikel 29 Wegverkeerswet;Gelet op het decreet van 9 oktober 2020 houdende diverse bepalingen over het gemeenschappelijk vervoer, het algemeen mobiliteitsbeleid, de weginfrastructuur en het wegenbeleid, en de waterinfrastructuur en het waterbeleid, dat een nieuw artikel 29 quater heeft ingevoegd in de wegverkeerswet;Gelet op de omzendbrief OOP 30 bis aangaande de uitvoering van de wetten van 13 mei 1999 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties, van 7 mei 2004 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming en de nieuwe gemeentewet en van 17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet;Gelet op de omzendbrief OOP 30ter van 10 november 2005, waarbij uitleg verschaft wordt bij de wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet krachtens de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen;Gelet op de omzendbrief nr. COL 6/2005 van het college van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep en de Arbeidshoven betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;Overwegende dat punt 14 van de omzendbrief OOP 30 bis stelt dat: “Voor de meergemeentenpolitiezones, is het sterk aanbevolen dat elke gemeente die deel uitmaakt van dezelfde zone, dezelfde politieverordening zou aannemen. Dit zal de taak van de politieambtenaren, die bevoegd zijn voor de vaststelling van deze inbreuken, aanzienlijk vergemakkelijken. In het andere geval zouden ze immers systematisch moeten nagaan of op het grondgebied waarop ze opereren, een inbreuk wordt vervolgd en op welke wijze. Een voorafgaand overleg tussen de betrokken gemeenten is hier dan ook noodzakelijk; de politieraad van de meergemeentenpolitiezone kan hierin een essentiële rol spelen en terzake advies geven”;Overwegende dat Baarle-Hertog, samen met Beerse, Kasterlee, Lille, Oud-Turnhout, Turnhout en Vosselaar, behoort tot de politiezone Politie Regio Turnhout; Overwegende dat de politieraad reeds op 28 januari 2003 het voornemen heeft uitgedrukt om, in het belang van de rechtszekerheid en de rechtsgelijkheid voor de burgers, in de zeven gemeenten van de politiezone te evolueren naar een uniform gemeentelijk politiereglement met een vaste structuur en zoveel als mogelijk dezelfde inhoud;Overwegende dat de zes andere gemeenten van de politiezone al sinds 2006 een uniform gemeentelijke politieverordening, afgekort “UGP”, hebben aangenomen;Overwegende dat iedere gemeenteraad autonoom bevoegd is én dat het soms ook noodzakelijk is om inhoudelijk verschillende bepalingen op te nemen, waardoor uiteindelijk werd gekozen voor een uniforme structuur waarbij de inhoud zoveel als mogelijk identiek is, doch waarbij bepaalde onderdelen afwijkende bepalingen kunnen bevatten;Overwegende dat de UGP een dynamisch instrument is dat een periodieke evaluatie en -in principe jaarlijkse- aanpassing en bijwerking behoeft; zo’n jaarlijkse bijwerking van de UGP dringt zich op hetzij ingevolge gewijzigde (hogere) wetgeving, hetzij ingevolge nieuwe beleidskeuzes;Overwegende dat de UGP doorheen de jaren is uitgegroeid tot een lijvige politiecodex; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen om de omvangrijke UGP niet onmiddellijk in zijn totaliteit goed te keuren, maar stapsgewijs, te beginnen met volgende hoofdstukken:AFDELING VI OPENBARE RUST EN ORDEHoofdstuk XV Nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatieHoofdstuk XVI Vergunningsplichtige inrichtingenDeel II Clubhuizen van motorclubs Deel III Andere vergunningsplichtige inrichtingenDeel IV KansspelenHoofdstuk I Kaart- en gezelschapsspelenHoofdstuk II Wedkantoren en speelautomatenhallen Hoofdstuk XVII HorecazakenHoofdstuk XXI Niet-vergunningsplichtige inrichtingenAFDELING VII VERKEERHoofdstuk I Gemengde verkeersinbreukenHoofdstuk II Gedepenaliseerde verkeersinbreukenHoofdstuk III Parkeerplaatsen voorbehouden aan de bewoners - OpgehevenHoofdstuk IV Beperkte snelheidsovertredingenOverwegende dat hoofdstukken XV t/m XVII en XXI van afdeling VI volledig gericht zijn op bestuurlijke handhaving; Overwegende dat in hoofdstukken XV t/m XVII een exploitatievergunning wordt ingevoerd voor de uitbating van publiek toegankelijke inrichtingen die een inherent risico op overlast en op een verstoring van de openbare orde, veiligheid (o.m. brandveiligheid), rust en gezondheid vormen; dergelijke inrichtingen vormen bovendien een risico voor aantrekking van uitbaters met een strafrechtelijk verleden of vennootschappen met bestuursorganen die veelvuldig wijzigen, met misbruik van de rechtspersoonsstructuur;Overwegende dat het opvolgen van de moraliteit van exploitanten en feitelijke verantwoordelijken van dit type inrichtingen noodzakelijk is om de openbare orde te verzekeren, om te voorkomen dat de uitbating van dergelijke inrichtingen uitmondt in reële ordeverstoringen;Overwegende dat het invoeren van een exploitatievergunning de gemeente de mogelijkheid biedt het toezicht en de handhaving op dergelijke overlastgevende of ordeverstorende instellingen, toegankelijk voor het publiek, te organiseren;Overwegende dat in hoofdstuk XXI van afdeling VI bepalingen zijn opgenomen voor alle andere publiek toegankelijke inrichtingen die niet onderworpen zijn aan een exploitatievergunning; het is immers niet mogelijk, noch wenselijk om alle publiek toegankelijke inrichtingen te onderwerpen aan een exploitatievergunning; Overwegende dat ook hoofdstuk XXI kadert in de wettelijke kernopdracht van de gemeente om de openbare orde te verzekeren; Op basis van de bevoegdheden die aan de gemeente zijn toegekend door de Nieuwe Gemeentewet, kan de gemeenteraad reglementen en politieverordeningen aannemen om te voorzien in een goede politie op hun grondgebied. De burgemeester kan op zijn beurt een breed scala aan maatregelen nemen om zijn bevoegdheden van bestuurlijke politie optimaal te kunnen uitoefenen; Een aantal van die maatregelen zijn expliciet bepaald (bijv. het opleggen van een plaatsverbod of de tijdelijke sluiting van een inrichting) maar de Nieuwe Gemeentewet biedt geen exhaustieve lijst van wat mogelijk is. Het komt dus toe aan de beoordelingsbevoegdheid van de burgemeester om te bepalen wat de gepaste maatregel is, afhankelijk van de omstandigheden;Overwegende dat voormelde hoofdstukken aldus gericht zijn op het voorkomen van overlast en het verzekeren van de openbare orde, alsook op het niet faciliteren van criminele activiteiten; criminele activiteiten hebben op termijn tot gevolg dat de openbare orde rechtstreeks of onrechtstreeks (criminele activiteiten (kunnen) worden gepleegd achter de schermen van een legale activiteit) in het gedrang komt. Het is de taak van alle gemeenten om ondermijnende criminaliteit te trachten te voorkomen;Overwegende dat deze hoofdstukken in het UGP slagkracht geven aan de gemeente om indien nodig tussen te komen en te voorkomen dat dergelijke dreiging zich voordoet;Overwegende dat in afdeling VII de gemengde verkeersinbreuken worden gesanctioneerd met een gemeentelijke administratieve sanctie (GAS 4); Het gaat over verkeersinbreuken die strafbaar gesteld worden in de verkeerswetgeving, maar waarvan de wetgever het mogelijk heeft gemaakt om deze verkeersinbreuken ook strafbaar te stellen in een gemeentelijk politiereglement; het gaat hier hoofdzakelijk over inbreuken inzake stilstaan en parkeren;Overwegende dat de gemeenteraad een administratieve geldboete kan voorzien voor deze gemengde verkeersinbreuken, opgenomen in Afdeling VII, hoofdstuk I, begaan door meerderjarige natuurlijke personen of door rechtspersonen;Gelet op het Protocolakkoord betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen;Overwegende dat in dit protocol werd vastgelegd dat deze inbreuken in eerste instantie worden gesanctioneerd door de sanctionerend ambtenaar;Overwegende dat in afdeling VII ook de gedepenaliseerde parkeerinbreuken (niet meer strafbaar volgens het strafwetboek) worden strafbaar gesteld met een gemeentelijke administratieve sanctie; het gaat hier over parkeerinbreuken die niet meer strafrechtelijk kunnen worden bestraf (‘gedepenaliseerd’) maar waarvoor de gemeente wel administratieve sancties kan voorzien;Overwegende dat in afdeling VII tenslotte ook de beperkte snelheidsovertredingen worden gesanctioneerd met een GAS boete;Overwegende dat de gemeenteraad de mogelijkheid heeft om administratieve geldboetes te bepalen voor beperkte snelheidsovertredingen; In dat geval worden deze snelheidsovertredingen gedepenaliseerd en is het openbaar ministerie niet meer bevoegd om deze snelheidsovertredingen strafrechtelijk af te handelen;Overwegende dat de strafrechtelijke afhandeling van de gemengde verkeersinbreuken en de beperkte snelheidsovertredingen, wegens capaciteitsredenen, voor het parket geen prioriteit is; -dit blijkt ook uit het recente ontwerp van visienota “Handhaving snelheidsovertredingen” van de sectie verkeer van het Parket Antwerpen-, zodat het aangewezen is om deze verkeersinbreuken op te nemen in een gemeentelijk politiereglement, met sanctionering via de GAS procedure; | |
2023-06-30 | |
2023-09-29 | |
http://data.lblod.info/id/files/48d318d1-f673-11ee-acf9-7f073e4f8105 | |
http://data.lblod.info/id/files/484caac1-f673-11ee-acf9-7f073e4f8105 | |
http://data.lblod.info/id/files/010c2b81-cc0d-11ee-b7b4-e11139c91731 | |
http://data.lblod.info/id/files/03f2d0b1-cc0d-11ee-b7b4-e11139c91731 | |
Verwijzingen
Inverse links naar het onderwerp.